Bommenwerperbouwers keken de kunst af van vliegende komkommerzaadjes


Foto: Scott Zona, kitchener.lord

Dat de eerste vliegtuigpioniers de kunst hebben afgekeken van vliegende dieren, zoals vogels en vleermuizen, zal niemand verbazen. Minder bekend is dat ook planten waardevolle inspiratiebronnen waren,

Hoewel planten zelf weinig mobiel zijn, zijn hun zaden dat wel. Ze liften mee met dieren of laten zich dragen door de wind, weg van elkaar en van de moederplant. Dat voorkomt dat de zaailingen en de moederplant te dicht bij elkaar groeien, waardoor ze onderling moeten concurreren voor water, nutriënten en zonlicht.

Zaden die zich verspreiden via de wind hebben vaak aerodynamische vormen zodat ze ver kunnen vliegen. Sommige zaden zijn gevleugeld en worden samara’s genoemd. Bekende voorbeelden zijn de helikopterzaden van de es en de esdoorn. Ze zijn een bron van vermaak voor kinderen (en anderen) die ze in de lucht gooien om ze naar de grond te zien spinnen.

Zweefvliegtuigen
De onbetwiste koning van de vliegende zaden is de samara van de Javaanse komkommer. Deze klimplant reikt toch hoog in de boomtoppen, waar hij grote belvormige vruchten vormt met een diameter van 30 centimeter. De vruchten zijn aan de onderkant open en bevatten honderden dicht opeengepakte gevleugelde zaden. De wind die langs de opening van een vrucht blaast laat de zaden stuk voor stuk het luchtruim kiezen.

De gevleugelde zaden van de Javaanse komkommer zijn geen helikopters, maar zweefvliegtuigen. Ze hebben een vorm die doet denken aan een boemerang. Met een spanwijdte van 13 centimeter zijn ze een van de grootste samara’s. In ruime cirkels dalen ze langzaam af naar de grond, waarbij ze royale afstanden kunnen afleggen. Sommige zweven zelfs zo ver dat ze op het dek van schepen op zee terechtkomen. Een indrukwekkende vliegprestatie, maar niet de beste plek om te ontkiemen.

Om zo ver mogelijk te komen moet een zweefvliegtuig of samara zo weinig mogelijk dalen. Daar zijn de gevleugelde zaden van de Javaanse komkommer helemaal op gebouwd. Er wordt zelfs beweerd dat de Javaanse komkommerzaden aerodynamisch gezien nagenoeg perfecte zweefvliegtuigen zijn. Het zaadje zelf is dun, slechts een millimeter dik en ligt in het massamiddelpunt van de samara. Dat zorgt voor een goede balans. De vleugels aan weerzijden van het zaadje zijn slechts een honderdste millimeter dik, wijzen naar achteren, lopen taps toe en zijn een beetje naar boven gebogen. Deze vorm geeft de samara weinig luchtweerstand en een stabiele vlucht. Als de ‘neus’ naar beneden wijst, waardoor het zaadje sneller daalt, wordt deze automatisch weer opgericht. Hierdoor zweeft het zaadje wat op en neer, wat doet denken aan de vlucht van een vlinder. De beste helikopterzaden dalen een meter per seconde, de samara van de Javaanse komkommer slechts een halve meter per seconde en vliegt daardoor veel verder.

Stealth
De zaden van de Javaanse komkommer inspireerden de Duitse gebroeders Horten in de jaren dertig van de vorige eeuw tot concepten voor vliegende vleugels. Dit type vliegtuig is vleugelvormig, zonder een duidelijke romp en opstaande staart zoals reguliere vliegtuigen die hebben. In eerste instantie ontwierpen ze een zweefvliegtuig, de Parabola, omdat het Duitsland na de Eerste Wereldoorlog verboden was om gemotoriseerde vliegtuigen te bouwen. Nadat de nazi’s dit verbod aan de laars lapten ontwikkelden de broers ook gemotoriseerde vliegtuigen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontwierpen ze, wederom geïnspireerd op de Javaanse komkommerzaden, de eerste vliegende vleugel met straalaandrijving, de Ho 229. De bommenwerper had een destijds ongekende maximale snelheid van bijna 1000 kilometer per uur en bezat goede stealth-eigenschappen (onzichtbaar voor radar). Dit vliegtuig plantte het zaadje voor de B-2 Spirit, de modernste bommenwerper van dit moment.

Gepubliceerd in dagblad Trouw op 30 april 2019

Overzicht van alle columns
Ylva Poelman alias De Bionische Vrouw
Ynnovator www.ynnovator.nl
T: 06 - 22 79 71 84