Ja, ook planten zijn ‘warmbloedige’ organismen


Foto: Coen Boonen (TService) & Arno Vlooswijk (World of Warmth)

Bij het begrip ‘warmbloedig’ kun je aan verschillende dingen denken. Bij mensen en paarden betekent het dat ze temperamentvol zijn. In de biologie is het een aanduiding van organismen die zelf hun temperatuur regelen, zoals vogels en zoogdieren. Doordat ze zelf warmte produceren hebben deze dieren een constante lichaamstemperatuur die nagenoeg onafhankelijk is van de omgevingstemperatuur. Maar men zal niet snel denken aan planten. Nou zijn planten ook lastig te betrappen op een hartstochtelijk karakter, maar sommige gewassen kunnen wel degelijk veel warmte produceren.

In feite produceert elk organisme een beetje warmte omdat al het leven energie verbruikt voor activiteiten als de stofwisseling, ademen, groeien en rennen. Bij elke vorm van energieverbruik komt warmte vrij. Denk maar aan een gloeilamp die niet alleen licht, maar ook warmte produceert. Daarom rillen we als we het koud hebben. Spieren verbruiken energie en daar komt warmte bij vrij.

Warmbloedige organismen produceren veel meer warmte dan koudbloedige organismen die hun lichaamstemperatuur niet goed intern kunnen regelen. Hun temperatuur is grotendeels afhankelijk van de omgevingstemperatuur. De grotere warmteproductie van warmbloedige dieren wordt veroorzaakt door ‘lekkende’ cellen. Het gevolg is dat essentiële zouten onbelemmerd de cellen in en uit stromen, waardoor een tekort of teveel ontstaat. Om dit te voorkomen, pompen de cellen zouten naar buiten of binnen om de juiste concentraties te handhaven. Het continue pompen kost energie en daarbij komt voortdurend warmte vrij.

Zoogdieren hebben nog een truc om op temperatuur te blijven, ze bezitten namelijk bruin vet. Simpel gezegd is bruin vet vergelijkbaar met een zeer inefficiënte gloeilamp die nagenoeg geen licht produceert, maar wel veel warmte. De energiecentrales van ons lichaam, de mitochondriën, produceren normaal gesproken brandstof voor het lichaam, waar uiteraard een beetje warmte bij vrijkomt. De mitochondriën in bruin vet produceren echter heel weinig brandstof en in plaats daarvan veel warmte.

Bloeiende quasi-warmbloedige planten hebben een vergelijkbare truc. Groene planten krijgen overdag hun energie via fotosynthese uit zonlicht, waarbij ze reserves aanleggen in de vorm van zetmeel. Als er geen licht is, wordt het zetmeel weer omgezet in energie om alle activiteiten gaande te houden. Sommige bloeiende planten doen dit, vergelijkbaar met bruin vet, met opzet heel inefficiënt zodat er weinig energie voor activiteiten vrijkomt, maar wel veel warmte.

Zo krijgt een lotus de temperatuur van haar bloemen tot 20 graden boven de omgevingstemperatuur, waardoor er meer geurstoffen verdampen die bestuivende insecten aantrekken. De stinkdierkool warmt zichzelf in de late winter op tot maar liefst 35 graden boven de omgevingstemperatuur. De sneeuw smelt om de plant die begint te bloeien en daarbij de geur van rottend vlees verspreidt, onweerstaanbaar voor de aasetende insecten die voor de bestuiving zorgen.

Ook vormen de warme bloemen een prettige omgeving voor de koudbloedige insecten die de plant bestuiven, zoals onderzoek bij de reuzenwaterlelie doet vermoeden. Deze plant is overigens meer bekend vanwege zijn enorm grote bladeren die een kind kunnen dragen, zoals vele afbeeldingen op internet demonstreren. De grote draagkracht van de bladeren is het gevolg van de vernuftige ribstructuur aan de onderkant van het blad.

Deze ribstructuur was een inspiratiebron voor de kassenbouwer Joseph Paxton, de architect van het Crystal Palace in Londen dat in 1851 de wereldtentoonstelling huisvestte. Helaas is dat gebouw niet meer te bewonderen omdat het is afgebrand. Wat precies de oorzaak was van de brand is nooit helemaal helder geworden. Zeker is wel dat het geen plant was, want zo warmbloedig zijn ze nou ook weer niet.

Gepubliceerd in dagblad Trouw op 20 maart 2018

Overzicht van alle columns
Ylva Poelman alias De Bionische Vrouw
Ynnovator www.ynnovator.nl
T: 06 - 22 79 71 84