Zuigvis geeft lesje in zuignappen


Foto: Chris Davey

So long, sucker! Dat zou een dolfijn kunnen denken nadat hij zich eindelijk van een zuigvis heeft verlost. Zuigvissen, ofwel remora’s, zijn notoire meelifters. Ze zuigen zich vast aan allerhande grotere zeedieren, zoals haaien, dolfijnen, zeeschildpadden en roggen, en laten zich prinsheerlijk vervoeren. Zelfs duikers en boten krijgen gezelschap van deze vissen, die kennelijk geen enkele moeite hebben met het binnendringen in de persoonlijke ruimte van de gastheer.

Het liften levert een remora diverse voordelen op. Hij hoeft zelf niet te zwemmen, wat veel energie bespaart en krijgt bovendien een gratis maaltijd. De zuigvis eet parasieten van de huid van zijn gastheer of verorbert de restjes van zijn slordig etende vervoerder. Ook bieden de meeste gastheren onbedoeld veiligheid. Een roofdier dat het heeft voorzien op een remora zal zich wel drie keer bedenken om aan te vallen als zijn prooi vastzit aan een haai. En als er meerdere zuigvissen op dezelfde gastheer zitten, komen de lifters wellicht nog een geschikte partner tegen.

En wat heeft de gastheer er aan? Nou, niet bijster veel. Het verwijderen van parasieten is een goede zaak, maar daar houdt het wel op. Het meeslepen van een remora levert wat extra weerstand op. Met een enkele gestroomlijnde zuigvis is dat verwaarloosbaar, maar met tientallen lifters tikt dat wel aan. Ook kan het zijn dat de ‘zuigplek’ irritatie geeft.

Hoewel de meeste gastheren de ongenode meelifters tolereren, zoals is te zien in vele natuurfilms, willen sommige er toch liever vanaf. Maar dat gaat zomaar niet. Ter illustratie: mako’s (makreelhaaien) zijn de sprinters onder de haaien. Ze halen wel 70 kilometer per uur. Een vastgehechte zuigvis blijft gewoon vastzitten en komt nog eens ergens.

De gastheer raakt de onwillige zuigvissen alleen kwijt door flink langs rotsen of de bodem te schuren, of door uit het water te springen en met een klap op het wateroppervlak te vallen. Of als de zuigvis het zelf zat is en overstapt op ander vervoer.

In sommige streken worden remora’s gebruikt om bijvoorbeeld zeeschildpadden te vangen. Een visser bindt een touw om de staart van de zuigvis en laat hem vervolgens zijn gang gaan. Zodra de vis zich heeft vastgehecht, wordt hij met gastheer en al binnen gehaald. Remora’s worden daarom ook wel ‘vissende vissen’ genoemd. Het onderstreept nogmaals hun uitzonderlijke vasthoudendheid.

Een ovale zuignap boven op hun kop zorgt voor de stevige verankering van zuigvissen. De zuignap is een omgebouwde rugvin en bestaat uit rijen beweegbare en getande lamellen, omgeven door een zachte, vlezige rand. Om zich vast te hechten drukt een remora zich tegen zijn gastheer aan. Het water wordt uit de zuignap verwijderd, mede doordat de lamellen naar beneden worden gedrukt en water naar buiten persen. Hierdoor ontstaat onderdruk, wat een zuigkracht veroorzaakt, en zit de remora vast. Om verankerd te blijven bij hoge zwemsnelheden van de gastheer, parkeert de zuigvis de getande lamellen tegen de huid van de gastheer. Dat geeft genoeg wrijving met de vaak ruwe huid van de gastheer om vast te blijven zitten.

Onze zuignappen hebben juist vaak problemen met een ruwe ondergrond en laten snel los. Daarom bouwden ingenieurs een zuignap geïnspireerd op de remora. Essentieel hierbij zijn de zachte rand die zich naar het ruwe oppervlak voegt, en voor een nagenoeg lucht- of waterdichte afsluiting zorgt, en de getande lamellen die zich ‘schrap’ zetten tegen het oppervlak.

Toepassingen voor deze ‘zuigviszuignap’ zijn bij doksystemen voor schepen, onderwaterrobots, grijpers en allerhande ‘sucking’ tilhulpen.

Gepubliceerd in dagblad Trouw op 15 mei 2018

Overzicht van alle columns
Ylva Poelman alias De Bionische Vrouw
Ynnovator www.ynnovator.nl
T: 06 - 22 79 71 84